vrijdag 7 maart 2014

Sneeuwuil. Snowy Owl, Bubo scandiacus

Nederland is in Februari en Maart van het jaar 2014 in de ban van de Sneeuwuilen die heir verblijven, ze zijn meegekomen op een containerschip vanuit Canada ze waren met zeven stuks en bij Spanje en Frankrijk zijner al een paar weggevlogen. Nu verblijven er dus twee (vrouwtjes) op Vlieland en daar ben ik naar toe geweest, wat een prachtig mooi beest is dit. Verschil tussen beide geslachten is duidelijk. Volwassen mannetjes zijn sneeuwwit terwijl vrouwtjes gestreept zijn. In hetzelfde gebied leeft ook de iets grotere laplanduil (Strix nebulosa). De lichaamslengte bedraagt 55 tot 70 cm en de spanwijdte is 1,50 tot 1,60 meter en het gewicht 1 tot 2,5 kg. Ze kunnen gemiddeld 20 jaar oud worden. Sneeuwuilen nestelen in een kuil op de grond die ze bekleden met veertjes, mos en bladeren. Dankzij hun goede schutkleur vallen ze tijdens het broeden nauwelijks op. De broedtijd bedraagt 27 tot 34 dagen. Kuikens verlaten na zo’n 25 dagen regelmatig het nest. Vliegen lukt dan nog niet, na ongeveer twee maanden wel. Volwassenheid bereiken kuikens op tweejarige leeftijd. De legselgrootte varieert met het voedselaanbod. Dit ligt tussen de 3 en 14 eieren. In lemmingrijke jaren is het aantal eieren het grootst. Hieronder volgen een paar foto's

Roze pelikaan

Op 7 Februari streken er vier Roze pelikanen neer in de Zeeuwse wateren. Zaterdag ochtend de 8ste ben ik naar Breda gereden omdat de Pelikaan daar gezien was want in Zeeland waren ze alweer vertrokken richting het zuiden, eenmaal in Breda zag ik hem vliegen en ben er achteraan gereden richting een industrie terrein. Op dat industrie ben ik ergens gestopt en daar kwam hij recht op me afvliegen, wat een geweldig mooie en grote vogel is dit. Een volwassen vogel heeft een wit kleed, vaak met een oranjeroze zweem (voornamelijk in het broedseizoen). De voorborst is geel. De slagpennen zijn bij volwassen dieren zwart, en in de vlucht goed zichtbaar, waarbij ze contrasteren met de andere witte veren op de onderzijde. Bij juveniele roze pelikanen is de mantel bruin met grijs, en de onderzijde asgrauw. Ze worden witter naarmate ze ouder worden. De juveniele dieren hebben een donkere vleugelvoorrand. De snavel is grijzig geel, en de grote keelzak is heldergeel, oranje of rozewit van kleur. Aan het einde van bovensnavel zit een scherpe haak. De korte poten zijn oranjeroze. Tussen de vier tenen bevindt zich een zwemvlies. De ogen zijn donkerbruin en omringd door naakte geelroze huid. Een roze pelikaan in broedkleed heeft behalve de roze zweem over het kleed een kuif en een gele halsvlek, en worden de kleuren van de snavel en de keelzak helderder. Ook zwelt de kale huidplek rond de ogen op. Hij is ongeveer 140 tot 178 cm lang en 9 tot 11 kg zwaar. De spanwijdte is 270 tot 360 cm. Vrouwtjes zijn kleiner dan mannetjes. De snavel is 29 tot 47 cm lang. Hieronder een paar foto's.

Sperweruil

In December 2013 werd er in Zwolle een Sperweruil waargenomen, het is voor de vijfde keer dat er zo'n uil werd waargenomen in Nederland sinds het jaar 1900 dus best bijzonder. Op 29 December ben ik met een vriend naar Zwolle gegaan om deze Uil vast te leggen op de foto. Hieronder een paar foto's. De sperweruil (Surnia ulula) is een uil van gemiddelde afmetingen. De term sperwer in zijn naam refereert aan de vorm van zijn vleugels en aan zijn lange staart, die aan de sperwer doen denken.De vogel heeft een ronde kop met gele ogen. Hij wordt tot 36 tot 41 centimeter groot[2] (het vrouwtje wordt iets groter dan het mannetje) en weegt tot 370 gram. Hij wordt ongeveer 25 jaar oud.

vrijdag 17 mei 2013

Oranjetipje

Hoe ziet hij eruit? Het mannetje van het oranjetipje kun je heel makkelijk herkennen. Als je goed kijkt dan zie je dat hij oranje punten op zijn vleugels heeft! De vrouwtjes hebben die niet en lijken daarom veel op de witjes. Als je naar de onderkant van de vleugels kijkt, kun je de vrouwtjes-oranjetipjes en witjes wel uit elkaar houden: de onderkant is bij de oranjetipjes wit met groene vlekjes (gemarmerd) en bij de witjes gewoon wit. Wanneer vliegt hij? Het oranjetipje vliegt van half april tot begin juni. Waar kun je hem vinden? Oranjetipjes kun je vooral vinden in vochtige graslanden met bosranden in de buurt. Soms vliegen ze ook in tuinen of parken in de stad. Waar leven de rupsen? Voor het oranjetipje is het heel belangrijk dat de voedselplanten van de rups (ook wel waardplanten genoemd) in de buurt zijn, bijvoorbeeld de pinksterbloem. Op elke plant legt het vrouwtje één eitje. De rups die uit het eitje komt, heeft genoeg te eten in zijn eentje. Wanneer de rupsen uitgegroeid zijn, kruipen ze naar de bosrand om zich daar tussen de planten te verpoppen. En de bosrand is ook belangrijk voor de vlinders zelf want de mannetjes zoeken daar naar vrouwtjes. Je snapt het al: het is heel belangrijk voor het oranjetipje dat er graslanden met bosranden in de buurt zijn.

Grote bonte specht

De grote bonte specht is de drummer van het bos; zowel mannetje als vrouwtje roffelen op takken om territorium en paarband te versterken. Grote bonte spechten hakken een nestholte uit in bomen, waarbij de voorkeur, begrijpelijk, uitgaat naar zachte houtsoorten. Berken zijn favoriet, maar andere boomsoorten worden ook gebruikt om een holte met rond gat in uit te hakken. Een specht krijgt daarbij geen hoofdpijn doordat de hersenen in een soort schokdempers zijn ingekleed. In de nestholte worden de eieren gewoon op het hout gelegd; de grote bonte specht maakt geen comfortabel nest voor de jongen.